top of page

Interview #4: Roxanne Wellens


Vandaag hebben we schrijfsters geïnterviewd die net haar eerste boek heeft uitgebracht. Met het boek scoorde ze hoge cijfers, zowel in Nederland als in België. Deze keer hebben wij Roxanne Wellens geïnterviewd.

Boek:

1. Waar is de titel Te waar om mooi te zijn op gebaseerd?

Een hele tijd geleden keek ik naar een televisieprogramma toen de quote van voormalig stadsdichter Merel Morre verscheen: ‘Sommige dingen zijn te waar om mooi te zijn’. Het duurde maar een fractie van een seconde om te weten dat dit de titel was die mijn boek omvatte. Een titel die mijn boek kon dragen, omdat het boek gaat over de ruwe, onverbloemde waarheid. De waarheid die niet mooi is, maar daarom niet minder waar.

2. Waarom heb je ervoor gekozen om het verhaal na de dood van Minthe te laten beginnen?

Omdat het verhaal vooral over de ‘achterblijver’, Othello gaat. Over het leven van nabestaanden nadat iemand zelfmoord pleegt. Ik vond het niet nodig om Minthe’s worstelingen terwijl ze nog leeft in het boek te verwerken, dat doe ik met de brieven al.

3. Heb je zelf ervaringen met zelfmoord?

Twee van mijn vier grootouders kozen voor zelfdoding. Mijn grootmoeder was verslaafd aan alcohol, dat werd uiteindelijk haar dood. Ergens denk ik dat dat ook een vorm van ‘trage’ zelfmoord is. Elke vorm van er niet willen zijn is dat. Je zou dus kunnen zeggen dat drie van mijn grootouders zelf voor de dood kozen.

Het was me niet duidelijk waarom mijn grootouders, en meer ultiem een persoon, ervoor kiest om zelf zijn leven te beëindigen. Waarom liet mijn grootvader twee kleine kinderen en een jonge vrouw achter? Waarom stopte mijn oma op een gegeven moment niet met drinken? En waarom pleegde bompi toch zelfmoord, terwijl ik hem na zijn eerste poging had gevraagd om nooit meer zoiets te doen?

Ik wilde begrijpen wat er door hun hoofd ging, dus creëerde ik Minthe. Een getormenteerd meisje dat vrij wil zijn, ten koste van alles. Uiteindelijk vindt ze die vrijheid in de dood. In de brieven die ze aan Othello achterlaat, legt ze uit wat haar zo ver heeft gedreven, en waarom ze niet anders kon.

4. Ik had een interview met je gelezen waarin je zei dat de zoektocht naar vrijheid in het boek gebaseerd is op jouw eigen zoektocht naar vrijheid. Kun je daar wat meer over vertellen?

De vrijheidsdrang van zowel Minthe als Othello is geïnspireerd op mijn eigen verlangen naar vrijheid. Al sinds mijn kindertijd wist ik zeker dat ik een avontuurlijk, uniek en vooral vrij leven wilde leiden. Ik kon mezelf niet terugvinden in het huisje-tuintje-boompje ideaal. Daar was ik toen enorm bang voor. Ongeveer op mijn 14e is dat pruttelend potje overgekookt en ben ik actief op zoek gegaan naar vrijheid. Wat was het? Waar kon ik het vinden? Waarom had ik het gevoel dat ik niet vrij was? Het was mijn bedoeling om het antwoord samen met Othello te achterhalen.

5. Zijn bepaalde meningen of gedachtes in het boek gelijk aan jouw meningen of gedachtes?

Het is een persoonlijk boek. Daarom ben ik dicht bij mezelf gebleven. Het boek zit ook echt onder mijn huid. Natuurlijk heb ik me ingeleefd in de wereld van mijn personages en verwoorden zij dingen bijvoorbeeld anders dan ik. Die dingen leken dan ook vanzelf te komen, de personages schreven zichzelf. Er staat eigenlijk niets in het boek waarmee ik het niet eens ben, of waar ik het destijds zeker mee eens was. Alles komt voort uit mijn eigen ervaring. Mijn persoonlijke levensvragen zitten erin verwerkt, alsook de antwoorden die ik daarop gevonden heb. Othello onderstreept niet voor niets Whitmans quote: Hou op dingen uit de tweede of derde hand aan te nemen, of te kijken door de ogen van de doden. Luister naar alles en filter, vanuit jezelf, wat je hoort.

6. Waarom heb je voor deze cover gekozen?

Deborah van der Schaaf, een freelance illustratrice, zorgde deze prachtige cover. Ze borduurde hem zelf op een stuk stof nadat ze mijn boek gelezen had. Als je het boek gelezen hebt, snap je de cover ook, dus ik verklap nog niet te veel!

7. Heb je dit debuut geschreven met een bepaald doel?

Los van het feit dat ik het schreef om zelf een aantal antwoorden te krijgen op vragen die ik had, schreef ik het ook om anderen te helpen. Mensen die een geliefde verloren aan zelfmoord en met onbeantwoorde vragen zitten. Mensen die niet begrijpen waarom. Met mijn boek wil ik hen een hart onder de riem steken, hen een soort houvast bieden, misschien zelfs een manier om zo’n vreselijk verlies een beetje te plaatsen. Anderzijds hoop ik dat het boek een soort begrijpende vriend kan zijn voor mensen die aan zelfdoding denken. Troostende woorden die hen het gevoel geven dat ze niet alleen zijn. Want dat zijn ze ook niet. Ten slotte schreef ik het om een platform te creëren waarin er nagedacht en gesproken kan worden over zelfmoord. Het is lang genoeg doodgezwegen.

8. Ben je van mening dat je lijkt op het hoofdpersonage (Othello)?

Ik ben op momenten in mezelf gekeerd zoals Othello. Net zoals hij heb ik veel nood aan rust, stilte en tijd voor mezelf. Ik ben ook erg gevoelig.

Als mij zou overkomen wat hem overkwam, zou ik hetzelfde reageren: door mezelf af te zonderen en op zoek te gaan naar dingen om de persoon die ik heb verloren levend te houden, zoals boeken.

9. De welbekende vraag: Als je met één van de personages uit jouw boek zou mogen ruilen voor één dag, met wie zou je dan willen ruilen?

Met Rowan, denk ik. Van alle personages lijk ik het minst op hem.

10. Als je Othello zou moeten omschrijven in één woord, welk woord zou dat dan zijn?

Eén woord is heel moeilijk. Ik zou zeggen zachtaardig maar ook moedig, eerlijk, gevoelig en perfectionistisch.

11. Aan welke leeftijdsgroep(en) zou je jouw boek aanraden?

Vanaf 16 jaar en ouder.

Het schrijfproces van 'Te waar om mooi te zijn'

1. Wanneer ben je op het idee gekomen om juist dit boek te schrijven?

Op mijn vijftiende. Ik zat in het derde middelbaar, tijdens Nederlands kregen we dat jaar veel schrijfopdrachten. Na de les kwam de leraar naar me toe, om te zeggen dat ik schrijfwedstrijden zou kunnen winnen. Toen ik thuis kwam vroeg ik mijn moeder of zij toevallig een paar wedstrijden kende waaraan ik kon deelnemen.

‘Schrijf dan gelijk een boek,’ grapte ze. Ik heb dat denk ik iets te serieus genomen…

Vooral op mijn 15e zat ik met die vragen rond zelfmoord en die vrijheidsdrang. De thematiek van Te waar om mooi te zijn was dus snel gekozen.

Die zomer nog ben ik naar Frankrijk getrokken om deel te nemen aan een coaching programma voor beginnende schrijvers, georganiseerd door bestsellerauteur Geert Kimpen en zijn ex-vrouw Christine Pannebakker. Met mijn 15 jaar was ik de jongste deelnemer ooit!

Na die intense week in Frankrijk begon mijn boek vorm te krijgen. Ik heb mezelf toen beloofd dat ik er werkelijk alles aan zou doen om het te kunnen publiceren.

2. De woorden die je gebruikt, kunnen als ingewikkeld worden ervaren. Heb je dit opzettelijk gedaan om het meer diepzinnig te maken?

Nee, dat deed ik niet opzettelijk.

3. Hoe lang heb je over het schrijven van uw debuut gedaan?

3 jaar.

4. Waarop heb je de naamkeuzes gebaseerd?

Ik heb altijd al een voorliefde gehad voor speciale namen omdat ik normale namen te mainstream vind. Othello was mijn crush in het eerste middelbaar. Ik vond zijn naam zo mooi. Voor Minthe en Rowan zocht ik ergens anders inspiratie. Om de geschikte namen te zoeken, keek ik op babynamen websites. Later ben ik de betekenissen ervan gaan opzoeken en die bleken volledig te passen bij mijn personages.

5. Naar hoeveel uitgeverijen heb je jouw manuscript (van Te waar om mooi te zijn) gestuurd?

Ik denk naar zo’n 10 uitgeverijen.

6. Heb je gedurende het schrijven van dit boek wel eens last gehad van een writers block?

Goh ja, dat is verschillende keren gebeurd. Meestal kwamen er altijd wel woorden wanneer ik voor mijn computer zat. Ik heb er meer last mee gehad tijdens het schrijven van de verschillende versies van mijn tweede boek.

7. Wist je van tevoren al hoe uw boek zou gaan eindigen?

Nee, ik heb het einde samen met Othello ontdekt. Het is ook verschillende keren veranderd, tot zowel mijn redacteur als ik het gevoel hadden dat het helemaal goed zat.

8. Hoe heb je het schrijven aangepakt? Wist je echt wat je per hoofdstuk wilde bereiken/opschrijven of heb je dit op een andere manier aangepakt?

Ik heb de eerste versie van mijn boek op zo’n drie maanden tijd geschreven. Tussen die drie maanden en de drie jaar die ik uiteindelijk nodig had om het te schrijven, is er veel veranderd. Het had dus niet echt zin om hoofdstuk op voorhand uit te denken. Langzaam kwam het verhaal zoals het nu is tot stand.

9. Terugkijkend op het schrijfproces: zou je met de kennis van nu bepaalde dingen anders hebben gedaan?

Misschien wel. Als ik mijn boek nu teruglees zijn er soms dingen waar ik om moet lachen of waar ik me zelfs een beetje om schaam. Toch ben ik trots op Te waar om mooi te zijn als geheel, en op de jongere versie van mezelf die het heeft geschreven.

Schrijven

1. Sinds wanneer houd je van schrijven?

Eigenlijk altijd al zo’n beetje. Ik ben altijd een boekenfreak geweest. Mijn eerste echte herinneringen aan schrijven dateren uit het eerste leerjaar. Ik wilde erg graag mijn naam kunnen schrijven, liever dan dat ik speelde met poppen of knutselde met mijn vrienden. In het zesde leerjaar werd ik aangemoedigd door mijn leerkracht. In het derde middelbaar werd voor mij duidelijk: met schrijven houdt ik nooit meer op.

2. Ga je een tweede boek schrijven? Zo ja, kun je en wil je daar iets meer over kwijt?

Ik ben volop bezig aan een tweede boek. Meer kan ik er voorlopig helaas niet over kwijt.

Je kan wel altijd al een kijkje nemen op mijn blog (roxannewellens.com), als je graag meer van mijn werk wil lezen.

3. Hoe zijn de reactie op ‘Te waar om mooi te zijn’ vanuit de omgeving en lezers?

Ik heb erg veel reacties gekregen op Te waar om mooi te zijn. Die van de pers etc vind je via deze link op mijn website (https://roxannewellens.com/nieuws/recensies/). Er zijn al lezers geweest die me hebben verteld dat mijn boek hun leven heeft veranderd. Zoiets horen doet altijd veel met mij. Wat mijn omgeving betreft: ik ben op school en onder kennissen zowat bekend als ‘die ene met dat boek’. Binnen de familie zijn de reacties gemengd. Sommige familieleden hebben het er moeilijk mee dat ik over zelfmoord, en bijgevolg ook de zelfmoord van mijn grootouders schrijf.

4. Ondertussen ben je bijvoorbeeld genomineerd geweest voor de debuutprijs van de Jonge Jury? Hoe voelt dat om mee te maken?

Klopt! Ik ben ondertussen ook genomineerd voor de Kinder Jury Vlaanderen prijs, een belangrijke jeugdboeken prijs in België. Dat is fantastisch om mee te maken op je twintigste, en dan nog met je eerste boek… Ik ben daar heel erg dankbaar voor.

5. Heeft een bepaalde schrijver of schrijfsters jou geïnspireerd?

Er zijn schrijvers en schrijfsters waar ik naar opkijk. Allemaal om verschillende redenen. Schrijfstijl, thematiek of om wie ze zijn als persoon. Dan heb ik het niet zo zeer over Te waar om mooi te zijn, maar meer algemeen. Voorbeelden zijn Jean Auel, Rupi Kaur, Laura Janssens (van Niet nu Laura), Clarissa Pinkola Estes, Amanda Lovelace, Tine Bergen of Zita Theunynck en ga zo maar door.

6. Wat voor soort genre boek wil je nog eens schrijven?

Ik wil nog heel veel boeken schrijven, liefst verschillende genres. Ik wil nog poëzie schrijven, nog een non-ficitie boek, een roman voor volwassenen, een kinderboek… Ga zo maar door. Uiteindelijk zal mijn stijl wel duidelijk worden. Ik schrijf vooral waar ik op dat moment zin in heb!

Recent

bottom of page